Populaire berichten

woensdag 30 mei 2012

Social Media Cartoon


Dineren 2.0


Restaurant Izkaya op Lijnbaan 40-42 in Rotterdam laat zien dat beleving en innovatie hand in hand gaan met elkaar. Naast de warme ambiance en lekkere Aziatische gerechten in tapasvorm, biedt dit restaurant je iets wat je waarschijnlijk nog nooit eerder bent tegengekomen.
Dineren 2.0 doe je dus bij het high tech restaurant Izkaya, Neerlands eerste interactieve restaurant.

Bij Izkaya krijgt uit eten een interactieve dimensie. Via een trackpad en een projector boven de tafel kun je alles zelf bestellen: van drankjes en gerechten tot je favoriete tafelkleed. Als je niet kunt kiezen wat je wilt eten, blader dan eens door de digitale menukaart. Je gerechten worden rechtstreeks geprojecteerd zodat je direct ziet wat je op jouw bord kunt verwachten. Met een hand in de lucht tevergeefs lonken naar bediening is dus ook verleden tijd. De rekening kun je opvragen via een simpele druk op de knop. Daarnaast kun je live een kijkje nemen in de keuken en spelletjes spelen met je gezelschap. En als kers op de taart: deze ultieme high tech beleving is helemaal compleet dankzij de uitstekende service van de gepassioneerde bediening.

Ben je in de buurt en op zoek naar beleving en innovatie, breng dan zeker eens een bezoek aan restaurant Izkaya.

Ikzelf vond het een aparte, leuke en heerlijke ervaring. Tijdens het wachten op je eten kun je heerlijk genieten met je familie van een ouderwets potje zeeslag. 




maandag 28 mei 2012

Is Nederland social media moe?

Wie de nieuwsberichten een beetje volgt, moet wel de indruk krijgen dat alle Nederlanders uren per dag bezig zijn met het schrijven van status updates en tweets. Zo schijnen wij de actiefste twitteraars ter wereld te hebben, zijn we het meest actieve Europese land op LinkedIn en lopen er van de 845 miljoen Facebook-leden toch al snel zo’n 6 miljoen in Nederland.

Kortom: Wij, Nederlanders, houden van social media. Of begint de liefde een beetje te bekoelen? Volgens Google Insights is dat laatste het geval. Kijk maar eens naar het aantal zoekopdrachten van mensen die hun social media accounts willen verwijderen. In de afgelopen twaalf maanden zagen we voor alle vier de grote netwerken in Nederland een toename. Vooral Facebook en Hyves moeten het ontgelden: In de tweede helft van het jaar willen drie tot vier keer meer mensen hun accounts verwijderen dan in het begin van 2011.


Nu geeft Google Insights geen absolute aantallen zoekopdrachten aan, alleen relatieve cijfers. Dus gebruik ik ook het Adwords hulpprogramma voor zoekwoorden. En dan zie je dezelfde stijgende lijnen, maar leer je ook dat inmiddels bijna 50.000 mensen per maand van hun Hyves account af willen, en dat maandelijks 22.000 personen Facebook zat zijn! Als zoveel mensen hun accounts ook echt verwijderen, dan moet dat dit jaar wel een enorme productiviteitsverhoging gaan veroorzaken..



Wie durft er nog in Facebook te investeren?
De grafiekjes hierboven riepen bij mij onmiddellijk de vraag op of Nederland uniek is in deze schijnbare social media moeheid, of dat het een internationaal verschijnsel is. Hyves speelt internationaal in ieder geval geen rol, maar hoe zit het met de andere grote netwerken?


Aan de hand van Google Insights zien we twee dingen. Ten eerste dat Facebook internationaal veel groter en bekender en meer gezocht is dan Twitter en LinkedIn. Maar ook: dat sinds december vorig jaar het aantal zoekopdrachten naar ‘remove Facebook’ gigantisch is gestegen! Nu zoekt niet de hele wereld in het Engels, maar als we er vanuit gaan dat de 40% Engelstaligen op deze wereld representatief zijn voor de rest, dan lijkt de snelle groei van Facebook er wel zo’n beetje uit. En groei zullen ze toch nodig hebben om de koers van het aandeel op peil te houden..

Dit alles kan te maken hebben met alle artikelen die op dit moment over Facebook geplaatst worden. De aandelenkoers is enorm gezakt en General Motors stopt met adverteren op Facebook. Ondertussen lees je overal dat 'playtime' over is en social media nu serieus resultaat op moet leveren. Dit resultaat blijft echter nog vaak uit, waar dan weer verschillende oorzaken voor te bedenken zijn. Kortom: we zijn er behoorlijk druk mee met z'n allen. Ik hoor van steeds meer mensen dat ze social media moe zijn, de nieuwigheid is er af, het is niet meer spannend, en wat heb je er nou eigenlijk aan?

Wereldwijd is gemiddeld twee procent van de abonnees een Like’er van zijn aanbieder. Dat een medium goed meetbaar is, betekent niet per definitie dat het ook waardevol is. Een telecombedrijf kan zijn prijzen verlagen om meer klanten te krijgen, maar het gaat niet om hoeveel klanten ze hebben maar om hoeveel die consument uitgeeft en hoe lang hij klant blijft. Er is dus geen verband tussen Facebook Likes en extra omzet.
Volgens John Strand is er daarentegen wel sterk bewijs dat social media kunnen helpen om supportkosten omlaag te brengen. Eigen discussiefora en diensten als Twitter en Facebook ontlasten de helpdesks van de aanbieders.


Het is mij ook wel opgevallen dat er steeds meer mensen zijn die hun Facebook profiel verwijderen. Meestal is dat maar voor een bepaalde tijd en verschijnen zij weer na een aantal maanden. Ook organisaties en evenementen die een profiel pagina hebben in plaats van een bedrijfspagina, heb ik zien wegvallen. Wereldwijde trends zie je vaak ook al in je eigen omgeving plaatsvinden.

Verder vind ik Facebook geen verkoop kanaal. Het is een manier om ‘always on’ te blijven bij je fans. Ik ben van mening dat je social media niet direct moet inzetten voor ROI, maar om een community te bouwen. En daar is Facebook een perfect platform voor.

Alles is tijdelijk, niets is voor eeuwig en de cycli worden steeds korter. Ik ben reuze benieuwd hoe alles er over vijf jaar uit zal zien..

woensdag 16 mei 2012

Vijf tips voor een succesvolle social commerce-strategie

De omzet van social commerce, op basis van user generated content, loopt naar verwachting in 2015 op naar 30 miljard dollar. Ook hier is multichannel het toverwoord. Vijf tips voor succes in social commerce.

Social commerce is feitelijk van alle tijden. Vroeger vertelde men elkaar op straat of bij de kapper over de kwaliteit van de slager op de hoek. Nu zijn er nog veel meer contactmomenten, contactplekken en veel meer mensen (ook onbekenden) met wie er contact is. Online heeft een retailer de mogelijkheid om bij bijna al die gesprekken aanwezig te zijn. De ultieme kans om op al die plekken en bij al die conversaties klanten te ontmoeten, faciliteren en informeren.


1. Begin bij de basis
Reviews van klanten, prospects en consumenten stimuleren de verkoop. Het is dus belangrijk dat die reacties op de website zijn te vinden: dat is de basis. Dat is ook goed voor de vindbaarheid, voor terugkerend bezoek en voor de conversie. Het gaat dan niet alleen om positieve reviews, ook de kritieken en negatieve reacties zijn waardevol. Een bezoeker kijkt namelijk naar het totale beeld van de reacties. Staan er alleen maar halleluja-verhalen, dan wantrouwt de bezoeker de reviews. Als er ook minder positieve verhalen te lezen zijn, dan vertrouwt de bezoeker erop dat de reviews authentiek zijn (dus ook de positieve).

2. Bemoei je er niet mee
Klanten moeten de mogelijkheid hebben met elkaar te praten. Blokkeren of modereren is niet de juiste weg (alles wel binnen de grenzen van het betamelijke uiteraard). Wel kan een beheerder feedback geven op commentaren, maar dan met open vizier en op transparante wijze.

3. Leer door te luisteren
Luisteren naar wat klanten te zeggen hebben, helpt om producten en dienstverlening te verbeteren. Het biedt ook de mogelijkheid om het productaanbod op maat aan te passen aan specifieke klantwensen. Door deze vorm van microsegmentatie kan de band met de klant verder versterkt worden.

4. Deel informatie
Klanten wisselen voortdurend ervaringen met elkaar uit over merken, diensten en producten. Dat is voor anderen waardevolle informatie. Het is dus belangrijk om proactief om reacties te vragen en deze input op andere sociale netwerken te delen.

5. Ga multichannel
Klanten zijn erg multichannel ingesteld. Ze verzamelen en delen informatie via een groot aantal kanalen: websites, social media, mobiele sites en IRL winkels. Daar waar de conversatie is, daar moet het bedrijf ook aanwezig zijn. De boodschap en stijl moeten wel op al die plekken constant, homogeen en makkelijk toegankelijk zijn.

The good, the bad and the ugly
Consumenten gaan voordat ze een aankoop doen via allerlei kanalen opzoek naar informatie en klantervaringen. Een retailer moet die informatiebehoefte faciliteren en op al die kanalen (multichannel), de vinger aan de pols houden. Belangrijk om te realiseren is dat social commerce-verkoop is die ondersteund wordt door alle user generated content. Dus niet alleen ‘the good’, maar ook ‘the bad and the ugly’. Een juiste mix van zeer positieve reviews, tevreden reacties, kanttekeningen en kritiek, leidt tot een aanzienlijke omzetstijging: tot wel achttien procent blijkt uit het onderzoek door Reevoo en is hier te vinden.

Ik vond het een interessant artikel met op het eerste gezicht logische tips. Toch is het makkelijker gezegd dan gedaan. Voor ondernemers is het bijvoorbeeld niet zo ‘relaxed’ om negatieve kritiek op de eigen website te krijgen. Refererend naar ‘vroeger’ stond er toen bij de winkel op de hoek ‘bent u ontevreden vertel het ons, bent u tevreden vertel het anderen’. Dat wordt nu dus ‘tevreden of niet, laat horen wat je van onze producten vindt’. In praktijk lijkt het te werken, mits het product ook steeds beter op de wensen van de afnemers wordt afgestemd.

zaterdag 12 mei 2012

Be Green

Gastcollege TUI
Deze week had ik weer een gastcollege tijdens de lessen van international touroperating, over TUI Nederland en sustainable tourism. Dit gastcollege werd gegeven door Elise Allart, manager Sustainable Tourism TUI Nederland en Sustainable Development Coördinator TUI Travel Western Europe. Zij is al 10 jaar werkzaam bij TUI en heeft ons tijdens dit college uitgelegd hoe en waarom TUI aan duurzaamheid doet.

TUI is van oorsprong een staalbedrijf, maar merkte al gauw de groei van het toerisme om zich heen en besloot zich liever daar mee bezig te gaan houden. World of TUI, een Duits bedrijf, ging daarom fuseren met First Choice, een Engels bedrijf, en werd in 2007 ’s werelds grootste touroperator (TUI Travel PLC).


TUI Travel PLC bestaat uit vier sectoren: Mainstream, Accommodations & Destinations, Specialists & Destinations en Emerging Markets. De Mainstream markt onderscheidt zich ook weer van een aantal onderdelen, namelijk:
- Centraal Europa: Duitsland, Zwisterland, Oostenrijk en Oost Europese landen.
- Noord Europa: Groot-Brittannië, Ierland en Scandinavische landen.
- West Europa: Frankrijk, België, Nederland, Italië en Spanje.

TUI heeft verder de 15e grootste airline van de hele wereld, waar zij erg trots op zijn en heeft in totaal 146 vliegtuigen. Zij zijn actief in meer dan 180 landen en hebben 30 miljoen klanten, met een omzet van 13,5 miljard pond.

TUI Nederland is onderdeel van de World of TUI en heeft drie hoofdmerken, namelijk Arke, Kras en Holland International. Zij zorgen samen voor een omzet van 1,4 miljard euro, hebben 1,2 miljoen klanten en beschikken over meer dan 75 vakantielanden.

Wat is duurzaam toerisme?
Volgens de klas gaat het om het bekende riedeltje ‘people, planet and profit’. Maar TUI omschrijft duurzaam toerisme als ‘vakanties met respect voor mens, dier en natuur’. Dit komt natuurlijk op het zelfde neer, maar dan in makkelijke en duidelijkere woorden voor de consument.

Waarom duurzaam toerisme?
Bedrijven doen aan duurzaam toerisme om de kwaliteit van bestemmingen te beschermen, omdat zij zich (mede)verantwoordelijk voelen voor de natuur. In 2003 heeft de ANVR eisen opgesteld waar touroperators aan moeten voldoen, qua duurzaamheid. Dit zijn geen hoge eisen en dus haalbaar voor iedereen. ANVR heeft dat expres gedaan zodat elke touroperator zijn eigen invulling kan geven en zij hopen dat ieder bedrijf de lat voor zichzelf iets hoger legt. Het streven van TUI is om voor te lopen op de regelgeving, aangezien dit ook gunstig is voor het imago. Zonder duurzaamheid krijg je als bedrijf te maken met negatieve media en dit heeft vooral betrekking op de grote touroperators, als TUI. Zij worden namelijk goed onderzocht. Een laatste reden kan de druk van de maatschappij, investeerders, klanten en milieuorganisaties zijn.

Hoe is TUI georganiseerd?
TUI is de nummer 1 op het gebied van duurzaam toerisme, en dit komt natuurlijk niet vanzelf. Allereerst heb je een goede strategie en beleid nodig, om te bepalen wat je wilt bereiken. Daarnaast moet de organisatie zich voor 100% inzetten en een aantal jarig plan bedenken. Elk jaar worden er nieuwe doelen opgezet binnen alle afdelingen van het bedrijf. De aangewezen werkgroepjes zorgen ervoor dat deze targets behaald worden. Voor TUI is het de bedoeling dat deze doelen ingeburgerd in het systeem raken en daardoor continue van kracht zijn. Na ieder jaar wordt alles weer geëvalueerd, om vervolgens weer nieuwe doelen op te stellen.
Het beleid van TUI hebben zij in een aantal krachtige woorden uitgedrukt, namelijk ‘koop groen, verkoop groen, deel groen, wees groen en geef het juiste voorbeeld’.
Iedere touroperator doet zijn best om de doelen gedeeltelijk te behalen, omdat de resultaten van de evaluatie gepubliceerd worden. Niemand wil een loser zijn, iedereen wil natuurlijk uitblinken. Als je alle doelen behaald hebt kom je in de groenste categorie A terecht. Na zo een evaluatie scan kun je als touroperator zien waar je volgend jaar beter op kunt scoren, dit helpt bij het bedenken van de nieuwe doelen.
Als je als touroperator trots bent op je bereikte resultaat, dan wil je dat natuurlijk wel aan de buitenwereld meedelen. TUI maakt daarom ieder jaar een uitgebreid/groot jaarverslag voor stakeholders, maar een compacter/kleiner boekje voor medewerkers en klanten.


Hoe ver moet je gaan?
TUI koopt bijvoorbeeld ook groene accommodaties, groen vervoer en groene excursies in.  Voorbeelden voor groen vervoer zijn green seats, zuinige motors en geen lijndiensten kiezen. Chartervluchten vertrekken namelijk alleen als deze vol zijn en hebben meer stoelen dan een lijndienst, wat voor een beter milieu zorgt. TUI heeft dit jaar al meer dan 375 groene accommodaties en staat daarmee aan de top, in vergelijking met andere touroperators.
TUI heeft het ook voor elkaar gekregen dat piloten hun koffer vol met kilo’s papier niet meer mee hoeven te nemen. Door middel van een usb-stick, is dit milieuvriendelijker voor de bomen, scheelt het gewicht en dus ook brandstof.
In plaats van eigen werknemers naar een vakantiebestemming sturen om werk uit te voeren, kun je ook samenwerken met de lokale bevolking, mits er geen kinderarbeid plaats vindt.
TUI heeft er ook voor gekozen om geen olifanten shows/excursies meer aan te bieden, omdat zij onvriendelijk behandeld worden. Een olifant heeft namelijk een zwakke rug (ook al lijkt dat niet zo)  en toch gaan er mensen op zitten.
Elise heeft ons ook uitgelegd dat all-inclusive duurzaam kan zijn. Toen zij dat vertelde dacht ik meteen bij mijn eigen ‘en al dat eten dat weggegooid wordt dan?’, maar daar moesten we even niet aandenken. De mensen die in een all-inclusive hotel/resort werken, krijgen namelijk hogere lonen omdat men daar natuurlijk geen fooi krijgt. Ook is dit hotel het hele jaar open en is er dus geen seizoenswerk. Tot slot werken er met name mensen van de lokale bevolking.
Tegenwoordig moet men bij sommige restaurants een boete betalen als je je bord niet leeg eet, dit zorgt er voor dat mensen minder opscheppen en er minder voedsel wordt verspild. Dit zou dus ook een geweldige uitkomst zijn in deze all-inclusive hotels.

Ik vond het een leuk en leerzaam college, met name omdat Elise heel enthousiast kon vertellen en je zag haar passie er gewoon bijna vanaf stralen. Niet iedereen denkt bij de dagelijkse dingen na over de gevolgen voor het milieu. Helaas komen de meeste klanten nu dus nog niet naar een reisbureau om een duurzame reis te boeken, dit zou TUI wel graag anders zien in de toekomst.

TUI heeft echt oog voor de wereld en hoe toerisme dit beïnvloedt. Het gaat bij TUI niet alleen om besparen, maar vooral om behouden. Op deze manier kunnen onze (toekomstige) kinderen straks ook nog genieten van alle mooie dingen die de wereld ons biedt.

donderdag 10 mei 2012

Pinnen op Pinterest: mag dat wel?


Op Pinterest verzamelen en publiceren gebruikers afbeeldingen en foto’s op digitale prikborden, die anderen dan weer kunnen bekijken. Dit zijn meestal niet hun eigen foto’s, maar foto’s die ze op internet of op de Pinterest-pagina van een andere gebruiker vinden. Mag dit auteursrechtelijk wel?
Op de website van Emerce vond ik hierover een interessant artikel.

Op de meeste foto’s rusten auteursrechten, in dat geval mag je de foto niet openbaar maken of verveelvoudigen zonder toestemming van de maker. Over het algemeen weet een Pinterest-gebruiker niet eens wie de maker van de foto is, laat staan dat ze toestemming hebben om de desbetreffende foto te pinnen. Dan is er dus sprake van een inbreuk op het auteursrecht.

Citaatrecht
Nu is er op het auteursrecht een aantal wettelijke uitzonderingen. De belangrijkste is het citaatrecht, dat houdt in dat je een auteursrechtelijk beschermd werk zonder toestemming mag gebruiken wanneer je aan bepaalde vereisten voldoet. Deze vereisten komen er in het kort op neer dat:
  • Er alleen geciteerd mag worden in een ‘serieuze’ uiting, zoals een recensie of aankondiging van het werk.
  • Het geciteerde werk rechtmatig openbaar gemaakt moet zijn.
  • De bron van het citaat voor zover mogelijk moet worden vermeld.
In de meeste gevallen zal het pinnen van een foto op Pinterest niet binnen de reikwijdte van het citaatrecht vallen, omdat vrijwel nooit de bron van de foto wordt vermeld.
Als er geen beroep op het citaatrecht mogelijk is en er is geen toestemming van de rechthebbende, dan is er dus sprake van een inbreuk op het auteursrecht. Dat wordt overigens niet anders doordat veel fotografen het juist fijn vinden als ze gepind worden of doordat de fotograaf alleen maar meer aandacht krijgt voor zijn foto.

De algemene voorwaarden van Pinterest
Maar wie is er nou aansprakelijk?..
Pinterest heeft zich duidelijk ook al gebogen over deze vraag, want in haar algemene voorwaarden wordt alle verantwoordelijkheid bij de gebruiker neergelegd.
Daarnaast bevatten de voorwaarden een bepaling waarmee je Pinterest een ruime licentie geeft om de informatie die je deelt via Pinterest, te gebruiken ten behoeve van de dienst en garandeer je dat je gerechtigd bent om Pinterest deze licentie te geven.
Tot slot zit er een vrijwaringsclausule in die bepaalt dat je Pinterest vrijwaart voor alle aanspraken van derden, die in verband staan met jouw gebruik van Pinterest of de door jou ‘gepinde’ informatie.

Na alle kritiek heeft Pinterest haar algemene voorwaarden overigens wel onlangs aangepast. De belangrijkste verandering is dat de voorwaarden leesbaarder zijn, waardoor duidelijker is voor de gebruiker wat zijn rechten en de rechten van Pinterest zijn.

Wat kan Pinterest doen?
Een verwijt dat Pinterest gemaakt zou kunnen worden, is dat zij hun gebruikers stimuleren om foto’s te pinnen, zonder dat ze haar gebruikers waarschuwt of informeert over de mogelijke juridische gevolgen daarvan. De Pinterest Etiquette, noch de FAQ-pagina op de Pinterest-website vermeldt iets over het feit dat het pinnen of repinnen van een foto inbreuk op auteursrechten kan opleveren. Ook in de nieuwe documenten wordt de gebruiker daarover niet of nauwelijks voorgelicht.
Pinterest heeft het wel juridisch minder risicovol gemaakt om intern foto’s op Pinterest door te pinnen. Het verkrijgt namelijk van de gebruiker die een foto heeft gepind een sublicentieerbare licentie. Voor de site is het daarom mogelijk om de gebruikers in de algemene voorwaarden een licentie te verlenen om de foto’s die op Pinterest zijn gepind, verder te verspreiden door ze te pinnen op hun eigen pagina’s.

Do not pin

Als je niet wilt dat foto’s of afbeeldingen van jouw website gepind kunnen worden, dan kan je het volgende in de code van je pagina toevoegen: <meta name=’’pinterest’’ content=’’nopin’’/>.
Fotowebsite Flickr.com heeft deze code al toegevoegd aan de pagina’s met beschermde content.

Ikzelf vind dat een bron redelijk makkelijk te vermelden is door de link (bron website) achter de foto te laten staan. Maar als je een pin doorpint kun je gewoon de source pagina aanpassen naar bijvoorbeeld een eigen website of pagina. Dit is natuurlijk slecht en zorgt voor veel misbruik, want als je een mooie foto pint (en die doorverwijst naar jouw website) dan krijg je veel volgers.
Dit zou Pinterest moeten verbieden, want als je wilt verwijzen naar een andere relevante pagina kun je dat ook gewoon in de comments doen.

woensdag 2 mei 2012

Chameleon Code


QR-code wordt onzichtbaar

Volgens Joh. Enschedé Endeavour Media zijn onzichtbare scancodes visueel aantrekkelijker dan de gewone QR-codes. Daarom lanceert hij binnen enkele weken formeel zijn platform voor onzichtbare scancodes.

Na het scannen van deze onzichtbare code wordt men naar een voor mobiele apparaten geoptimaliseerde website geleid, net zoals bij de normale QR-codes. Een klein icoontje, van een kameleon, naast de advertentie moet aan geven dat deze scanbaar is.

Het Chameleon platform
is al enige tijd in gebruik. PostNL introduceerde de techniek vorig jaar als eerste met scanbare postzegels van Boudewijn de Groot en jubileumpostzegels van vijftig jaar Golden Earring. Ook posterijen in andere landen zijn hier inmiddels actief mee aan de slag. Nu wordt het platform breder ingezet, zelfs wereldwijd. Alle ‘ouderwetse’ print uitingen kunnen scanbaar gemaakt worden: posters, billboards, advertenties, visitekaartjes, postzegels etc. Volgens Joh. Enschedé Endeavour Media zouden scanbare bierviltjes in de kroeg kunnen worden gemaakt, waarmee je bij Heineken Champions League kaartjes kunt winnen, maar ook toegangskaartjes voor een popconcert.

De code is niet per definitie bedoeld om de QR-code te vervangen en beide technieken zijn te combineren, zegt Babak Monfared. Voordeel van de Chameleon Code is wel dat men de bestemming van die code kan wijzigen zonder dat de code zelf gewijzigd hoeft te worden.

Joh. Enschedé Endeavour Media wil op twee manieren aan de code verdienen. Een bedrag voor het aanmaken van de scan, en een tarief voor het aantal impressies. Klanten kunnen alles volledig online regelen. De Chameleon eXplorer app, is gratis verkrijgbaar.


Voor bedrijven lijk het mij bijvoorbeeld erg handig, bij het uitdelen van visitekaartjes. Deze onzichtbare scan neemt namelijk geen belangrijke ruimte in beslag, maar slechts een icoontje.
Aan de andere kant vind ik dat deze codes duidelijk vermeld dienen te worden en zij met relevante informatie moeten komen, aangezien de meeste consumenten nog steeds niet weten wat een QR-code is of inhoudt.

dinsdag 1 mei 2012

Together we are stronger


Vorige week had ik een gastcollege van Frank ten Cate, over schaalvergroting in touroperating en efficiëntiewensen. Frank heeft tot voor kort bij Kuoni gewerkt en heeft in totaal al 12 jaar ervaring in de reiswereld, bij onder andere Cycletours en Baobab. 


Allereerst vertelde hij dat touroperators steeds groter en groter worden, door samenwerkingen of door activiteiten te bundelen met andere touroperators.
Door de opkomst van Social Media, is er meer B2C (business to consumer) contact. Het beïnvloed het bereiken van doelgroepen, omdat het gemakkelijker en kosteloos is, en touroperators meer rechtstreekse feedback krijgen van de klant. Touroperators kunnen nu hun klanten direct benaderen en hoeven daardoor geen of nauwelijks commissies te betalen. Het is een snelle Time2Market, omdat het contact dus niet meer via reisbureaus etc. loopt. Als touroperator kun je veel verschillende platforms creëren en daarop acties uitvoeren, zoals een prijsvraag, om meer klanten aan te trekken. Ook kunnen zij zich bezig houden met Joint Marketing, door bijvoorbeeld met een ander bedrijf een actie te houden op Social Media. Een voorbeeld hiervan is dat een avontuurlijke touroperator een gratis fitness abonnement weggeeft, als de klant bij hen een vakantie boekt naar de Ardenne.

Tevens kwamen de verschillende marktstrategieën aanbod. Zo heb je volgens Frank ‘Uni’ branding, dit houdt in dat een touroperator, bijvoorbeeld OAD, eigenlijk allerlei soorten vakanties aanbiedt van steden- tot cruise. ‘Hybrid’ branding betekent dat alles onder één merknaam staat, maar dat een touroperator daarnaast ook separate merken heeft met een eigen doelgroep. Kuoni is daar een goed voorbeeld van, want Koning Aap en Shoestring zijn separate merken. Tot slot bestaat er ook nog ‘Multi’ branding, hierbij vallen meerder merken onder één naam. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de ANWB.

Touroperators gaan zich de laatste tijd steeds meer differentiëren. Dit kan bijvoorbeeld door alleen maatwerk- of groepsreizen aan te bieden, of door zich alleen te richten op cultuurvakanties of juist met een avontuurlijk tintje. Touroperators kunnen zich ook onderscheiden qua product, door bijvoorbeeld alleen maar autovakanties aan te bieden. Of zich te richten op een specifieke doelgroep, zoals gezinnen of wandelaars. Maar dit kan ook qua budget, zo kunnen zij er bijvoorbeeld alleen voor kiezen om luxe vakanties in 4 en 5-sterrenhotels aan te bieden. Tot slot kunnen touroperators zich onderscheiden met inboud, outbound, accommodaties en airlines. TUI heeft bijvoorbeeld Arke Fly en Kuoni kan zorgen voor exclusiviteit bij een bepaald hotel.

Internationaal is er vooral sprake van ‘Hybrid’ branding. Denk maar eens aan TUI, zij heeft voor de Nederlandse markt de naam Holland International. Ook Kuoni heeft een andere naam in Scandinavië, namelijk Apollo.

Waarom zijn er internationale touroperators?
1. Omdat zij groei in de markt en groeipotentie zien.
2. Vanwege de risicospreiding.
3. Om touroperators te ‘kopiëren’.
4. Om kennis, techniek en vaardigheden te verkrijgen.
5. Omdat zij het zien als een buitenkansje.

Om een internationale touroperator te worden, kun je een nieuwe starten of een bestaande overnemen. Voor het starten van een nieuwe touroperator heb je natuurlijk veel tijd, geld, groei, kennis en bekendheid nodig. Daarom neigt men steeds meer naar het overnemen van een bestaande touroperator. Hier komen veel voordelen bij kijken. Men kan de naam en positie gewoon in-/overnemen en hoeven minder investeringskosten te betalen bij overname. Je kunt makkelijker nieuwe brands en productlijnen ontwikkelen, vanwege de (hopelijk) goede reputatie. Tevens kun je gebruik maken van de kennis en ervaringen van het overgenomen bedrijf. Maar je moet als bedrijf ook keuzes gaan maken. Blijf je in hetzelfde pand? Ga je de gebruikte systemen behouden? Hoe ga je optimaliseren?


Enkele voordelen voor het overnemen van een internationale touroperator, zijn:
- Centralisatie kosten
- Kostenbesparing
- Groter inkopen
- Marketingdeals
- Materialisatie

Er bestaan natuurlijk ook genoeg nadelen, zoals:
- Meer communicatielijnen
- Minder eigen identiteit
- Verlies van motivatie lokaal
- Centrale kosten lokaal
- Minder flexibel aanbod


Frank stelde aan het eind van zijn college de vraag ‘zijn wij samen eigenlijk wel sterker en beter?’. Niemand wist hier echt een antwoord op. Ieder nadeel heeft natuurlijk zijn voordeel, en andersom. Er moeten keuzes worden gemaakt, om efficiënter te werk te gaan. Maar er zitten nou eenmaal meer voordelen aan schaalvergroting, want dan is alles beter behapbaar. 
De keuze is dus aan jou, daar kwam het min of meer eigenlijk op neer. 


Ik vond dit college erg interessant. Er blijven dus steeds meer grote touroperators over, door overname en samenwerkingen. Ook zie je dat deze touroperators in verschillende landen actief zijn, om zo een efficiënt mogelijk businessmodel te hebben. In elk land kan de organisatie weer andere klanten aanspreken, zodat zij hun assortiment optimaal kunnen gebruiken. Dit college heeft mij inzicht gegeven in de reden waarom touroperators op een bepaalde manier handelen. Net als de oplossing, het overnemen van een bedrijf, heeft mij op andere ideeën gebracht. Ik had er zelf helemaal nog niet bij stil gestaan, dat het soms heel nuttig kan zijn om je op een andere markt neer te zetten.