Zoals jullie onderhand wel weten volg ik de minor e-touroperating op het
Inholland in Diemen. Tijdens deze minor krijg je een extern project dat twee
periodes duurt, bij een echte opdrachtgever. In mijn geval is dat FOX
Vakanties. Maar daarnaast krijg je ook nog een intern projectje. Mijn
projectgroep gaat bijvoorbeeld een werkconferentie/congres over e-tourism
organiseren op het Inholland te Diemen. Dit vindt plaats op woensdag 25 april.
Nu zul je je misschien afgevraagd hebben wat dit met de titel ‘say cheese’ te
maken heeft. Nou dat is eigenlijk heel simpel, een andere projectgroep uit mijn
klas organiseerde namelijk vandaag een excursie naar Alkmaar, de
kaaskoppenstad..
Vanochtend vroeg stapte ik rond 07:30 mijn auto in (dit zijn toch geen
studententijden meer?), onderweg vanuit het mooie Katwijk aan Zee naar het
station in Hillegom. Hier pakte ik de trein naar Haarlem en vervolgens naar
Alkmaar, waar we met de bus naar Hogeschool Inholland reden. Om 09:30 moesten
we hier verzamelen, want om 10:00 begon de lezing over Alkmaar. Lieke werkt als manager en coördinator evenementendesk bij Stichting Promotie Alkmaar (SPA). Aan het begin
vroeg Lieke of er al eerder mensen in Alkmaar waren geweest en waarom.
Ikzelf was een of twee jaar geleden al eens op de kaasmarkt geweest. Ik werkte
toen bij een supermarkt (Hoogvliet in Katwijk) en wij hadden van heel Nederland
de meeste graskaas verkocht. Als prijs wonnen wij met de hele kaasafdeling een dag
vol met kaasplezier. Wij gingen toen naar de kaasmarkt (en mochten heel veel
kaas proeven), kaasmuseum en naar een kaasfabriek in Lutjewinkel, waar we een
kaaslunch en een rondleiding kregen.
Maar nou dwaal ik natuurlijk wel heel erg af. De lezing ging verder over hoe
Alkmaar gepromoot wordt en dat het vooral binnenlandse toeristen aantrekt.
Aziaten bezoeken Nederland vaak maar in één dag, dus die zijn maar een paar uur
in Alkmaar voor de kaasmarkt. Doordat zij niet in Alkmaar verblijven, leveren
zij dus weinig geld op. Daarom wordt Alkmaar veelal alleen aan Nederlanders,
Duitsers en Belgen gepromoot. Overigens staat Alkmaar niet alleen bekend om
zijn kaas, maar ook om zijn historische monumenten, de vele winkels en de
voetbalclub AZ.
 |
Kaasmarkt |
Na de lezing gingen we op volle snelheid naar de bus, om vervolgens naar de
kaasmarkt te gaan (die overigens al bijna afgelopen was). Hier mochten we vrij
rondlopen tot 12:30. Samen met twee andere meisjes zijn wij de hele markt
afgestruind. Wat een drukte! Overal om je heen zag je kaas, klompen, tulpen,
een paar verstrooide muzikanten en natuurlijk niet te vergeten de vele
Duitsers. Want tja, waar kom je die tegenwoordig nou niet tegen? Naast de Duitsers
kwamen we trouwens ook veel Aziaten en Engelsen tegen. Het grappige was dat je
echt kon zien dat Alkmaar goed op deze buitenlandse toeristen inspeelde. Als je
goed keek zag je overal borden met Engelse en Duitse teksten en werd de
informatie op de kaasmarkt zelf ook in drie verschillende talen omgeroepen. Dit
was ook het geval bij de vele marktkraampjes. Ondertussen begon het zonnetje al
aardig door te breken en besloten wij maar eens te gaan lunchen, om vervolgens
naar de afgesproken plek te lopen.
 |
Wat een drukte! |
Rond 12:45 werden wij door gids Jan in het kaasmuseum rondgeleid. Als eerst
vertelde hij over de vroegere boerderijen. Deze werden gebouwd door eerst een
vierkant te plaatsen, met daarover heen een dak en als laatste werden de muren
om het vierkant geplaatst. In deze boerderijen werden koeien gemolken en werd de melk
in van die grijze bussen gegoten. Daarna moest de melk goed gekeurd worden, dit
werd gedaan door middel van een monster. De boerin maakte er vervolgens kaas
van, waarna de boer het op de markt weer verder verkocht. Bij het kaasmaken
werden drie stoffen aan de melk toegevoegd, namelijk stremsel, zuursel en
kleursel. In deze dikke massa werd geroerd om de vaste bestandsdelen te
scheiden van het vocht. Als de vaste bestandsdelen de benodigde stevigheid had,
werden blokken wrongel bijeen gedrukt in kaasvaten, ook wel kaaskoppen genoemd.
Met een kaaspers werd dit samengeperst tot het gewenste model. Deze geperste
kazen werden gezouten, wat de smaak en korstvorming beïnvloedde. Na het zouten
moesten de kazen drogen, rijpen en dagelijks gekeerd worden om inzakking te
voorkomen. Jonge kaas hoeft maar enkele weken gerijpt te worden, belegen kaas
vier maanden en oude kaas wel tien maanden. Overigens is voor een kilo kaas wel
tien liter melk nodig. Tijdens de rondleiding kregen we een film te zien over
hoe kaas tegenwoordig gemaakt wordt en na afloop kregen we een kleine
kaasproeverij. Vervolgens liet gids Jan ons de oude machines en een nagebouwd
melkfabriekje van toendertijd zien. Tot slot vertelde hij over de kostuumpaneeltjes
waarop streekdrachten te zien zijn. Dit laat een interesse zien voor
streekeigen zeden en gewoonten, waaronder klederdracht. Je kon echt merken dat gids Jan ook in deze tijd was opgegroeid, omdat hij de verhalen uit eigen ervaring vertelde.
 |
Kaasmuseum |
Om 13:45 begon de stadswandeling die de projectgroep voorbereid had. Als eerst
kwamen we langs het Huis met de kogel, die zijn naam dankt aan de kanonskogel
die links bovenaan aan de gevel hangt. Vervolgens liepen we naar een van de
oudste winkels van Albert Heijn, wat nu de winkel Passo is. Het viel me trouwens
op dat Alkmaar veel smalle steegjes had en erg op Leiden en Haarlem lijkt, door
al die grachtjes. Ook kwamen we langs de Accijnstoren, waar ingevoerde goederen
moesten worden aangegeven. De accijnzen die dat opleverde waren een belangrijke
inkomstenbron voor de stad. De wandeling vervolgde zich naar de Vigilantie, dit
is een 17
e eeuws pakhuis. Vigilantie betekent overigens waakzaamheid.
We liepen daarna verder naar de Rooms Katholieke kerk, St. Laurentius. Het
oorspronkelijke ontwerp was veel hoger, maar hiervan is alleen de onderbouw
voltooid. De precieze reden waarom is niet bekend. Waarschijnlijk is de bouw
gestaakt door de hoge kosten. Vroeger had elke stad overigens zijn eigen
marktplein. Alkmaar had toendertijd een vismarkt op een klein pleintje, waar
destijds dagelijks vis verkocht werd. Het oudste gebouw van Alkmaar stamt uit
1520 en dat is het Stadshuis. Dit gebouw wordt nu alleen nog gebruikt voor
huwelijken, maar vroeger zaten er gevangenen en ter dood veroordeelden. Tot
slot liep de groep door naar het station van Alkmaar, hiermee eindigde de kaasexcursie.
 |
Accijnstoren |
Leuk en uitgebreid stukje! Jeetje, jij hebt echt veel onthouden :)!
BeantwoordenVerwijderenAls kaasmedewerkster van een supermarkt, weet ik natuurlijk al heel veel van kaas af haha ;)
Verwijderen